'Het Wapen van Medemblik' was een linieschip van het 3e charter.

Konvooi naar de Middellandse Zee 
In het voorjaar van 1693 (9-6-1693) werd een Brits Nederlands eskader van 14 linie schepen o.l.v. admiraal Rooke en vice admiraal van der Goes ter begeleiding van een grote koopvaarders vloot naar de Middellandse zee gestuurd. Men vermoedde dat het gros van de aangeslagen Franse vloot nog in de haven van Brest zou liggen. De Fransen kregen lucht van het konvooi en een vloot van 70 linieschepen o.l.v. admiraal de Tourville wist ongezien Brest te verlaten en lag voor het Zuid-Portugese Lagos om het konvooi te onderscheppen.

Zeegevecht bij Cabo São Vincente
Het grote konvooi kwam op 26 juni bij Lagos in contact met de voorhoede van de Franse vloot. Rooke meende met slechts een eskader van doen te hebben en zeilde voort. De volgende ochtend bleken er een veelvoud van Franse schepen op hen af te komen. Het konvooi week daarop uit naar het zuid westen.
De achterste twee Nederlandse oorlogsschepen De Zeeland en Het Wapen van Medemblik onder de kapiteins Philip Schrijver en Jan van der Poel werden ingehaald door de snellere Fransen. (Europische Mercurius, 39)

De Nederlanders manoeuvreerden tegen Gabaret. Twee schepen met 64 kanonnen, de Zeeland en het Wapen van Medemhlick, vielen om vijf uur onder het kruisvuur van de Ardent, onder leiding van kapitein d'Evry, en twee schepen met 92 kanonnen en 100 kanonnen, de Victorieux van Gabaret en de Dauphin Royal van Panetié, waardoor ze gedwongen werden hun vaandel te strijken.

Dat was genoeg om de overige linieschepen en een deel van de koopvaarders kans te geven te ontsnappen. Toch werden nog zeker 50 Britse en Staatse koopvaarders tot zinken gebracht. 40 schepen werden veroverd. De begeleidende oorlogsschepen konden ontsnappen.

Ville de Meldemblick

'Het Wapen van Medemblik' ging over in Franse dienst. Het schip wordt in de marine lijst van 1704 nog vermeld met het predicaat Mauvais voilier.*

*) de Franse marine gebruikte toen een vast maar niet strikt gestandaardiseerd vocabulaire om de zeilkarakteristieken (“qualité du vaisseau”) van hun schepen te beschrijven.

• La Roncière, Charles de.
  Histoire de la marine française, 144.
• Europische mercurius IV,II.32,30.
• Réalisation Jean-Michel Roche. Sources : Archives Nationales.
  Flotte Francaise 1704.