Historie
De Vrouwe Maria Jakoba maakte in totaal drie retour reizen naar Azië. Na aankomst in Batavia in april 1774 bleef het schip daar. Dit gebeurde vaak met schepen die niet meer sterk genoeg werden geacht om de zware reis naar Nederland te maken. Een paar jaar later, in 1780 werd het schip afgelegd bij het eiland Onrust (Kapal eiland) bij de rede van Batavia. Dit betekent dat het deels gedemonteerd/gesloopt werd en dat de resten achterbleven. De scheepsbel is bewaard gebleven en terug naar Nederland gebracht en bevindt zich nu in het Scheepvaartmuseum.
Het Scheepvaartmuseum
De scheepsbel van de Vrouwe Maria Jakoba.
Vlektyfus epidemie
De Vrouwe Maria Jakoba vertrok op 18 november 1771 uit Texel voor haar tweede uitreis naar Batavia. Ze keerde de volgende dag al weer terug. Dit herhaalde zich nog twee keer. Het bleek dat er een vlektyfus epidemie (toen rotkoorts genoemd) was uitgebroken en een groot deel van de bemanning ernstig ziek was. De besmetting breidde zich razendsnel uit op het schip en de kapitein was gedwongen om te keren. De ziekte had zich snel verspreid over de gehele kerstvloot van de VOC (de schepen Huys te Meyen, Honkoop, Kronenburg, Groenendaal en de Maria Jakoba).
Rijksmuseum
Terug bij Texel wilde kapitein de Mooy alle zieken van boord halen en in quarantaine plaatsen in het noodhospitaal in de Schans ( fort bij Oudeschild) op Texel. De Schans lag echter al vol zieken van de andere schepen. De zieken van de Maria Jakoba konden er niet meer bij. Daarom besloot de Mooy om de zieken dan maar met kleine scheepjes (lichters) over te brengen naar de thuishaven Hoorn. Daar aangekomen weigerde het stadsbestuur de zieken aan land te laten komen. De scheepjes werden teruggestuurd en kwamen bij het Nieuwediep bij Den Helder terecht. Daar werden ze ondergebracht in de ‘tonnenboet’, een schuur voor opslag van boeien en tonnen. De schuur was in slechte staat en de elementen hadden er vrij spel. Een ongeschikte plek voor zieken dus die ook nog in quarantaine dienden te worden gehouden.
Goede raad was duur en na veel heen en weer gepraat en ettelijke doden verder werden de zieken weer ingescheept en alsnog naar de overvolle Schans op Texel gebracht. Daar bleven ze in quarantaine tot de epidemie uitgewoed was. In totaal stierven 46 zieken in de Schans. Het was een zeer besmettelijke ziekte. Artsen die in contact waren geweest met de zieken, overleden ook. Ook zijn er vrouwen die de kleren hadden gewassen en de patiënten verzorgden overleden. In totaal overleden 760 mensen.
Nasleep
Naar aanleiding van dit incident namen de Heren XVII een aantal maatregelen. Bemanningsleden werden onderzocht door chirurgijns voordat ze aan boord mochten. Voorts werd in 1776 een hospitaalschip gestationeerd in het Nieuwediep bij Den Helder.
De Vrouwe Maria Jakoba vertrok alsnog op 27 januari 1772 naar Azië. Onderweg stierven 25 bemanningsleden.
Beschrijving
Tonnage: 880 ton/440 last
Schipper | Maarten Pietersz. Mooy |
---|---|
Aantal opvarenden | 112 |
Lengte | 42,7 m (140,1 voet) |
Status
Omdat het schip afgelegd/gesloopt is, is er waarschijnlijk geen wrak aanwezig.
Rijksmuseum
Referenties
- DAS 7873.2.
- Roeper, V., Vonk-Uitgeest, I. (2002).
Texel en de VOC.
Maritiem en Jutters museum. - Woesik, H (2000).
Scheepsbel van 'De Vrouwe Maria Jacoba'.
Oud Hoorn.