De Maria Adriana werd in 1730 door de VOC gebouwd op een VOC-werf in Rotterdam en voer naar de VOC-kamer van Zeeland. Ze maakte één succesvolle reis naar de Nederlandse bezittingen in Azië en terug naar Nederland, en raakte verdwaald op haar tweede reis. In januari 1743 vertrok Maria Adriana uit Batavia om haar tweede reis naar Patria te maken.
De laatste definitieve registratie van het schip dateert van negen maanden later, in september 1743, toen werd geregistreerd dat Maria Adriana het Nederlandse bevoorradingsstation bij Kaap de Goede Hoop verliet. Maria Adriana raakte ergens tussen Kaap de Goede Hoop en Patria verdwaald en nam iedereen aan boord mee.

Het is niet bekend waar de Maria Adriana precies is gezonken, maar het is waarschijnlijk dat ze begin 1744 bij de Scilly-eilanden of dichtbij Cornwall tot zinken is gebracht. Twee bronnen uit Engelse archieven vermelden dat een Nederlands schip rond de juiste tijd bij de Scilly-eilanden zonk. De doden die door dit wrak aangespoeld waren, werden begraven in de parochiekerk.
Verschillende duikexpedities in de jaren negentig hebben voorwerpen geborgen die mogelijk afkomstig zijn van het wrak van Maria Adriana, en hoewel de Nederlanders bergingscontracten voor het wrak hebben verleend, is het tot op heden nog niet definitief geïdentificeerd.

Volgens Pickford '95 zou het wrak nabij de Scilly-eilanden liggen (het schip zou gelokaliseerd zijn, maar er is nog niets geborgen).

Volgens Marx kwam de Maria Adriana om aan de zuidkust van het eiland Ascension (midden in de Atlantische Oceaan) en werden enkele maanden later 97 overlevenden door een Engels schip naar Nederland gebracht waarvoor de Engelsen rijkelijk werden beloond door de VOC (Marx, 2009).

• Dutch-Asiatic Shipping.
  Details of voyage 7170.4 from Batavia.