History
Hr. Ms. Pro Patria was primair gebouwd als mijnenlegger maar werd ook gebruikt als torpedowerkschip.
In december 1940 legde de Pro Patria mijnen in het Oostervaarwater bij Soerabaja onder het eiland Madoera. Eind 1941 opereerde de Pro Patria vanuit Palembang, Sumatra, en legde versperringen op de rivier de Moesi.
Bestookt
Op 15 februari werd bij de monding van de rivier, een sluitversperring gelegd van 40 mijnen. Op diezelfde dag werd de Pro Patria bestookt door Japanse vliegtuigen.
Commandant Guiot werd via de radio ingelicht over het feit dat er een Japanse invasievloot voor de monding van de Moesi lag. Hierop besloot de commandant, in verband met de geringe snelheid en slechte manoeuvreerbaarheid van de Pro Patria, de mijnenlegger tot zinken te brengen op de Moesi. Nadat het schip tot zinken was gebracht wist een groot deel van de bemanning te ontkomen naar Java.
Slachtoffers
Die dag lieten twee opvarenden het leven; (jongen) Samar, hij overleed de 15e febr. 1942 aan boord van de Hr. Ms. Pro Patria en Mil. Matroos Snr. Johan Frederik Jaap Willemsen (Jan) hij overleed op 30 jarige leeftijd in Batavia en liet zijn vrouw Marietje Dün achter (www.ogs.nl )
Description
Gebouwd: Marine-etablissement te Soerabaja, Java
Bewapening: 1 x 7,5 cm kanon, 2 x 12,7 mm mitrailleur
60 x mijnen
| Master | L.F. Guiot |
|---|---|
| People on board | 62 |
| Length | 154.2 feet (47 m) |
| Width | 28.2 feet (8.6 m) |
| Draft | 9.2 feet (2.8 m) |
| Tonnage | 537 ton |
References
- L.L. von Münching (1978).
Schepen van de koninklijke marine in de 2e wereldoorlog. p. 67.