De paasvloot o.l.v. admiraal Matelief vertrok op 12 mei 1605 uit Nederland naar Indië. De vloot bestond uit de schepen Amsterdam, Eendracht, Erasmus, Witte Leeuw, Zwarte Leeuw, Mauritius, Middelburg, Nassau, Oranje, Geünieerde Provinciën, Grote Zon en Kleine Zon. Ze kwamen op 14 juli 1606 in Johore aan.

Naar China
Matelief voer op 12 juni 1607 met drie schepen, De Oranje, Mauritius en Erasmus vanuit Ternate verder naar China (Groenveldt p. 23). Het eskader kwam eind juli 1607 aan bij de Si Kiang (Parelrivier). Matelief had opdracht om een handelspost te vestigen in China. Een aanbevelingsbrief, ondertekend door prins Maurits, werd naar de autoriteiten in Kanton gestuurd. Het antwoord kwam nooit, althans niet op tijd. Matelief vertrok onverrichterzake terug naar Bantam.

Thuisreis, Erasmus lek
De Erasmus, Bantam, Gouda, Ceylon en de Ter Veer vertrokken eind 1608 uit Indië naar Nederland.

NL-HaNA_4.VEL_215

Op 27 januari 1609 was de vloot ter hoogte van Mauritius. Wegens ernstige lekkage moest de Erasmus de vloot verlaten. Met moeite bereikt het schip de Zuidooster haven van Mauritius. Lading en bemanning werden aan land gebracht. Het aantal opvarenden was bij aankomst op Mauritius 69. Een deel van de lading werd overgebracht op het schip Ceylon. De Erasmus werd verbrand.

• Groeneveldt M.J. van, (1898).
  De Nederlanders in China.
  Martinus Nijhoff. ’s Gravenhage.
• J.R. Bruijn, F.S. Gaastra, I. Schöffer, met medewerking van E.S. van Eyck van Heslinga.
  DAS 0105.2.
• NL-HaNA_1.04.02_4932_0008.
• NA 1.04.02 (VOC) 585.
• NA 1.04.01.01. 551-46, Lijst van alle zoodanige Schepen.