History
De 'Burcht van Alkmaar' vloog in brand en zonk vervolgens in de zeeslag bij de Hoofden (Battle of Kentish Knock) ook wel tweede slag bij Duins genoemd.
Admiraal Withe de With was Tromp (tijdelijk) opgevolgd als admiraal in augustus 1652.*
Commandeur De Ruiter voegde zich met ca. 20 schepen 29 september bij de With. Veel schepen waren beschadigd en nauwlijks nog voorzien van leeftocht:
Zoo dat de Kommandeur de Ruiter, overweegende de gesteltenis van 's Landts scheepen, en de sterkte der vyanden, groote zwaarigheit maakte om iet van gewicht t'onderneemen, en de vloot tegens zoo ongelyke maght in merkelyk gevaar te stellen. Maar de Viceadmiraal de Wit, was van ander verstandt. Dees toonde zich, toen hy in zee liep, zeer moedig, en nam een opzet om iet groots te bestaan. (Brandt, 32)
Slag bij de Hoofden
Op 5 oktober kwam de Nederlandse vloot in de buurt van The Downs. Daar zag hij de Engelse vloot onder admiraal Blake liggen. Het weer was echter te slecht om meteen aan te vallen. Daarmee was het verrassingseffect verdwenen. Pas op 8 oktober klaarde het een beetje op. De Engelse vloot had nu tijd om uit te varen en stuitte op de Hollandse vloot ca. 30 km uit de kust.
Eerste dag, 8 oktober
De Nederlandse vloot bestond uit 57 schepen en Engelse vloot telde 73 schepen. De Britse schepen waren groter en beter bewapend. Witte de With bevond zich die dag op de Prins Willem een VOC schip van 56 stukken. De Nederlandse vloot leed zware verliezen schade, met vele doden en gewonden.
Tegen de avond waren twee Nederlandse schepen buitgemaakt: de Maria en de Gorcum. De Gorcum was zinkende en werd door de Engelsen weer prijsgegeven. Het schip bleef drijven en werd weer door de Hollanders over genomen.
De Burcht van Alkmaar begaf zich ' zee furieus en dapper schietend' midden tussen de Engelsen. Het schip werd in de kruit kamer geraakt en vloog in de lucht.
Tweede dag, 9 oktober
De tweede dag werd de strijd in de namiddag voort gezet. De Nederlandse vloot was nu nog meer in het nadeel omdat een aantal Zeeuwse kapiteins zich verzetten tegen de Hollandse admiraal de With. hen in de krijgsraad had beledigd door ze al bij voorbaat van lafheid te beschuldigen. Volgens de With zelf bleef twee derde van de kapteins buiten schoots bereik van de Engelsen liggen.
Dag 3, 10 oktober
De volgende ochtend werd weer krijgsraad gehouden. De meeste kapiteins wilden niet (meer) vechten tegen de veel sterkere Engelse vloot of onder admiraal de With. Deze besefte dat hij niet sterk genoeg was en trok zijn overgebleven schepen ook terug. en dit bracht de totale verliezen aan schepen Voor de With op twee schepen.
De With alhoewel een kundig en moedig zeeman was als admiraal blijkens ongeschikt om van de diverse kapiteins en admiraliteiten een eenheid te smeden.**
Op 21 oktober werd Tromp weer hersteld in zijn functie als opperbevelhebber. De With werd gepasseerd.
*
** Doch hy was weinig bemindt onder 't bootsvolk, ter oorzaake van zyn hardt gebiedt: maar dit gebrek, berispelyk en schadelyk in een' Overste, werdt eenighzins verbeetert door zyn onvertsaaghtheit en dapperheit, die ontrent al zyn daaden bleek.(Brandt 31)
Description
Bewapening: 28
Master | Nobel, Gerrit |
---|---|
Length | 120 Amsterdam feet (34 m) |
References
- Brandt, Geeraardt.
Het leven en het bedrijf van den Heere Michiel de Ruyter 1, 31-35. - Breeman van der Hagen, W.
Het leven en de daden van Witte Cornelisz. de With, 187.