History
De 'Alphacca'; was een vracht stoomschip met accommodatie voor 24 passagiers.
Ze vertrok 23 maart 1942 van Kaapstad met 67 opvarenden naar Freetown met een lading van 2000 ton koper, 25 ton vanadium en 400 ton zink.
Ongeluk
Tijdens de reis op 27 maart is door een tragisch ongeluk eerste machinist,
Jacob de Vries, zwaar gewond geraakt.
Op 27 maart 1942 raakten bij een ongeluk aan boord van de Alphacca drie machinisten ernstig gewond toen ze een vriezer aan boord probeerden te repareren. De eerste machinist Jakob de Vries en de tweede machinist Pieter Willem Kooij overleden beiden aan hun verwondingen en kregen een zeemansgraf.
Hij overleed op 30 maart 1942 aan zijn verwondingen opgelopen door het exploderen van een vriesmachine aan boord. Hij heeft een zeemansgraf gekregen. De explosie vond plaats op 27-3-1942.
Torpedo
Op 150 mijl ten zuiden van Kaap Palmas (Ivoorkust, West Afrika) door de Duitse onderzeeboot 'U 505' getorpedeerd en tot zinken gebracht.
Op 4 april 1942 om 21.29 uur werd de Alphacca achter of midscheeps geraakt door een G7a-torpedo van de U-505, nadat ze haar meer dan zeven uur had achtervolgd. De meeste bemanningsleden en alle passagiers verlieten het schip in vier reddingsboten zonder een noodsignaal te sturen voordat het zonk.
Slachtoffers
14 bemanningsleden kwamen om het leven. De U-boot kwam daarna boven water en benaderde de reddingsboten om de overlevenden te ondervragen. De Duitsers stelden de gebruikelijke vragen over de naam, nationaliteit, lading en route van het schip, maar ook of ze voldoende voorraden en water hadden.
Voordat de U-boot vertrok, wensten ze elkaar veel succes en een goede reis. Aanvankelijk was het gesprek in het Engels, maar al snel schakelde het over naar het Duits, een feit dat Loewe in zijn oorlogsdagboek opmerkte met de opmerking: Ironie van het lot, we vechten tegen mensen die onze taal spreken.
De reddingsboten voeren vervolgens richting kust, maar een brandweerman overleed de volgende dag aan verwondingen en werd op zee begraven. Op 9 april landden alle vier de boten ten oosten van Cape Palmas. De overlevenden gingen na een week aan boord van HMS Hydrangea (K 39) (A/LtCdr J.E. Woolfenden, RNR) en FFL Commandant Drogou (K 195) en werden naar Freetown gebracht, waar vijf gewonden op 18 april in een ziekenhuis werden opgenomen.
Description
Gebouwd: W. Gray & Co Ltd, Sunderland
Eigenaar: Van Nievelt, Goudriaan & Co's Stoomvaart Maatschappij N.V., Rotterdam.
Master | Laan, R.J. van der |
---|---|
People on board | 67 |
Tonnage | 5759 ton |
Status
Bie, Leendert van der, | Fireman |
Cooper, Edwin, | Able Seaman |
Derks, Gerardus Hindrikus, | Able Seaman |
Eenige, Samuel van, | Able Seaman |
Harms, Maarten, | Fireman |
Hoek, Hendrik van der, | Able Seaman/Gunner |
Jansen, Dirk Peter, | Trimmer |
Koks, Theodorus Josephus, | Fireman |
Kooij Pieter-willem | Second machinist |
Pijl, Jacobus, | Fireman |
Ravesteijn, Gerardus Johannes van, | Steward/Gunner |
Smit, Johannes, | Fireman |
Taal, Cornelis, | Able Seaman/Gunner |
Velzen, Willem van, | Trimmer |
Vries, Jacob de | First machinist |
Zwart, Arie, | Fireman and Trimmer |
References
- Haersolte, J.W.J. van (ed) (1947).
Scheepsrampen in oorlogstijd no. 170. - uboat.net.
- oorlogsgravenstichting.nl.