In 1946 werd de vondst gemeld van een scheepswrak op kavel P15 in de Noordoostpolder. Tot een onderzoek kwam het pas in 1948. Het bleek te gaan om een klein vrachtschip. Voorsteven, rondhouten en roer ontbraken. Over het vlak gemeten met de uitstekende punten van een voor- en achterschegje was het 7,6 meter lang, en 1,5 meter op zijn breedst. Het platboomde vaartuig was voorzien van een klamp voor een zijzwaard. Het schip werd niet diep ingeschat, met een diepte van niet meer dan zo'n 70 tot 100 centimeter. De oorspronkelijke aanwezigheid van een huik (een tentachtige overdekking) werd verondersteld. De vondst van een ijzeren kookpot, aarde- en glaswerk gaven aan dat men toch enige tijd aan boord kon verblijven. Eén van de stukken was een Keuls potje met daarop in blauwe letters 'ANCHOVIS'. Opmerkelijk was verder de aanwezigheid van een hoeveel zeildoek. Alles beschouwd werd de ondergangsdatering aan het begin van de 19de eeuw geplaatst. Na afloop werd aangegeven dat het achtergebleven hout verwijderd kon worden.

• Batavialand te Lelystad, Maritiem Archeologisch Depot.
  Opgravingsdocumentatie scheepswrak NP15.