History
De Gerdina was 29 september 1942, tijdens de reis van Delfzijl naar Gävle (Zweden) met een lading chloorcalcium, in de namiddag ten anker gegaan t.h.v. eiland Borkum.
De volgende dag zette de Duitse Kriegsmarine 2 matrozen als geleide aan boord en men zette koers naar de Elbe. De 2e motordrijver en een der Duitse matrozen bleven aan dek, de zes overige bemanningsleden bevonden zich op de brug.
Na door het Huibertgat te zijn gevaren, werd het schip door een explosie in tweeën gescheurd. Het voorschip stak ongeveer 2 ½ meter boven water, het achterschip dreef circa vijftig meter verder vrijwel onder water.
Stuurman W. Fortuin, die samen met de motordrijver de ramp overleefde, werd in de stuurhut mee onder water gezogen, maar wist zich uit deze cabine te werken en op een stuk drijfhout te klauteren.
Inmiddels was een andere Nederlands schip, de Harsyl naderbij gekomen. Beide overlevenden werden opgepikt , de overige werden nooit meer gezien waaronder kapitein H. Fortuin. (H. en W. Fortuin waren zonen van de eigenaar Jetze Fortuin.)
6 opvarenden kwamen om.
Description
Gebouwd: Gebr. van Diepen, Waterhuizen, Groningen
Eigenaar: Jetze Fortuin Sr., Stavoren, Friesland
Master | Fortuin H. |
---|---|
People on board | 8 |
Length | 118.4 feet (36.1 m) |
Width | 20.7 feet (6.3 m) |
Draft | 7.5 feet (2.3 m) |
Tonnage | 253 ton |